Vogelvolging met satellieten brengt kritieke beschermingslacunes in de trekroute tussen Oost-Azië en Australazië aan het licht.

Tijdschrift:Internationaal tijdschrift voor milieuonderzoek en volksgezondheid, 16(7), p.1147.

Soort (vogels):Grote kolgans (Anser albifrons), kleine kolgans (Anser erythropus), rietgans (Anser fabalis), grauwe gans (Anser anser), zwanengans (Anser cygnoides).

Abstract:

De meeste trekvogels zijn afhankelijk van tussenstops, die essentieel zijn voor de bevoorrading tijdens de trek en die hun populatiedynamiek beïnvloeden. In de Oost-Aziatisch-Australische trekroute (EAAF) is de ecologie van de tussenstops van trekkende watervogels echter ernstig onderbelicht. De kennislacunes met betrekking tot de timing, intensiteit en duur van het gebruik van tussenstops verhinderen de ontwikkeling van effectieve en volledige jaarlijkse beschermingsstrategieën voor trekkende watervogels in de EAAF. In deze studie hebben we in totaal 33.493 verplaatsingen verkregen en 33 voltooide voorjaarstrekroutes van vijf ganzensoorten gevisualiseerd met behulp van satellietvolgapparatuur. We hebben 2.192.823 ha afgebakend als de belangrijkste tussenstops langs de trekroutes en ontdekt dat akkerland het grootste landgebruikstype binnen de tussenstops was, gevolgd door wetlands en natuurlijke graslanden (respectievelijk 62,94%, 17,86% en 15,48%). We hebben de hiaten in het natuurbehoud verder geïdentificeerd door de tussenstops te overlappen met de World Database on Protected Areas (PA). De resultaten toonden aan dat slechts 15,63% (of 342.757 ha) van de tussenstops wordt bestreken door het huidige PA-netwerk. Onze bevindingen vullen enkele belangrijke kennislacunes aan voor het behoud van trekvogels langs de EAAF, wat een geïntegreerde beschermingsstrategie voor trekvogels in de trekroute mogelijk maakt.