Tijdschrift:Ecologische indicatoren, 87, pp.127-135.
Soort (vogels):Kolgans (Anser albifrons), Toendrarietgans (Anser serrirostris)
Abstract:
Dieren reageren op hun omgeving op meerdere ruimtelijke schalen, die elk verschillende beschermingsmaatregelen vereisen. Watervogels zijn belangrijke bio-indicatoren voor wereldwijd bedreigde wetlandecosystemen, maar hun multischaalhabitatselectiemechanismen zijn nog maar zelden bestudeerd. Met behulp van satellietvolggegevens en maximale entropiemodellering bestudeerden we de habitatselectie van twee afnemende watervogelsoorten, de kolgans (Anser Albifrons) en de toendrarietgans (A. serrirostris), op drie ruimtelijke schalen: landschap (30, 40, 50 km), foerageergebied (10, 15, 20 km) en rustgebied (1, 3, 5 km). Onze hypothese was dat de habitatselectie op landschapsniveau voornamelijk gebaseerd was op relatief grove landschapsmetrieken, terwijl meer gedetailleerde landschapskenmerken in aanmerking werden genomen voor de habitatselectie op foerageer- en rustgebiedschaal. We ontdekten dat beide watervogelsoorten de voorkeur gaven aan gebieden met een groter percentage wetlands en waterlichamen op landschapsniveau, geaggregeerde waterlichamen omringd door verspreide akkerlanden op foerageerschaal, en goed verbonden wetlands en goed verbonden middelgrote waterlichamen op rustplaatsschaal. Het belangrijkste verschil in habitatselectie voor de twee soorten deed zich voor op landschaps- en foerageerschaal; de factoren op rustplaatsschaal waren vergelijkbaar. We stellen voor dat natuurbeschermingsactiviteiten zich moeten richten op het verbeteren van de aggregatie en connectiviteit van waterlichamen en wetlands, en het ontwikkelen van minder geaggregeerd akkerland in de omgeving. Onze aanpak zou de bescherming van watervogels en het beheer van wetlands kunnen sturen door effectieve maatregelen te bieden om de habitatkwaliteit te verbeteren in het licht van door de mens veroorzaakte milieuveranderingen.

PUBLICATIE BESCHIKBAAR OP:
https://doi.org/10.1016/j.ecolind.2017.12.035

